van empathie naar compassie
Als we het hebben over de omgang met onze lastige gevoelens doen we als mensen van alles:
- In gevoelens zwelgen
- Gevoelens rationaliseren
- Over gevoelens heenpraten
- Gevoelens verdoven (drank, troosteten)
- Anti-depressiva gebruiken (1 miljoen mensen in NL!)
- Positieve gevoelens stimuleren met partydrugs (1 miljoen mensen in NL!)
- Fantaseren over een betere toekomst
- Scenario’s doornemen (wat-als-denken)
- Leuke plannen maken
- Anderen helpen
- Gevoelens projecteren op anderen
- Hard werken
- Netflixen
- Online shoppen
- En ga zo maar door
Al met al doen we veel om lastige gevoelens te vermijden. En helemaal in je gevoelens opgaan is alleen prettig als je je goed voelt. Op zich is er niets mis met een keer je gevoel vermijden of lekker te zwelgen. Maar als je steeds een van deze strategieen moet inzetten kun je in de knel komen te zitten (bijvoorbeeld in je kleding als je steeds weer chocola eet om je rotgevoel te verdoven😉 ) en beland je van de regen in de drup.
CONSTRUCTIEF OMGAAN MET GEVOELENS
Er is een meer effectieve manier om met gevoelens om te gaan. Heel kort door de bocht komt het er op neer dat je gevoelens toelaat, de ruimte geeft in plaats van ze weg te drukken of te vermijden.
‘’Maar straks kom ik er niet meer uit!’’
Vaak zijn de mensen die ik coach bang dat als ze ruimte maken voor hun gevoelens, ze erdoor overweldigd zullen worden. Ze zijn bang dat deze gevoelens als het ware bezit van ze nemen, ze er niet meer uitkomen, erin blijven hangen en zich nog rotter gaan voelen.
HET VERSCHIL TUSSEN EMPATHIE EN COMPASSIE
Ik kan me daar veel bij voorstellen en moest daarbij denken aan wat ik onlangs las in Rutger Bregmans fantastische boek De meeste mensen deugen. Hij schrijft over het onderzoek naar de verschillen tussen empathie en compassie en de verschillende effecten die ze hebben. Zo las ik in zijn boek dat neuroloog Tania Singer onderzoek doet naar wat er in je brein gebeurt als je empathie ervaart. Ze vroeg een groep proefpersonen om een week lang iedere dag een kwartier hun ogen te sluiten en zoveel mogelijk empathie te ervaren, stilstaand bij andermans leed. Veel langer hadden ze het niet volgehouden. De deelnemers stonden aan het einde van de week stuk voor stuk somberder in het leven. Een vrouw zei dat ze nog maar een ding zag wanneer ze om zich heen keek in de trein. Leed. In een vervolgonderzoek deed ze iets anders. Ze vroeg weer aan lijdende anderen te denken, maar zich dit keer niet in te leven. Met het lijden te zijn in plaats van erin te zitten en daarbij zoveel mogelijk gevoelens van warmte, zorg en liefde op te roepen. Niet in de schoenen van de lijdenden te staan, maar juist afstand te houden. In dit deel van het onderzoek lichten er andere delen van het brein op. Empathie activeert vooral de ‘ anterior insula, net boven ons oor, terwijl bij de compassievolle houding het ‘ corpus stiatum’ en de ‘ orbitofrontale cortex’ oplichtten. In tegenstelling tot empathie kost compassie geen energie. Integendeel, de proefpersonen voelen zich er zelfs beter door. Compassie is beheerster, afstandelijker en constructiever. Het laat je niet delen in het lijden van de ander, maar helpt je wel diens leed onder ogen te zien en vervolgens in actie te komen.
‘’Als een kind bang is in het donker wil je als ouder niet de angst van je kind meevoelen en in een hoekje van de kamer mee zitten bibberen. Je wilt troosten en geruststellen’’
BIJ JE GEVOEL BLIJVEN
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.">
Wat als we ook op deze manier met onze eigen gevoelens omgaan? Er niet helemaal in opgaan (zoals bij empathie gebeurt), maar ze met een compassievolle houding benaderen? Bij je gevoel te blijven met zorgzame en vriendelijke aandacht.
Dat gebeurt ook in het proces van actieve acceptatie, een onderdeel van ACT. Acceptatie staat voor het aanvaarden van de dingen in het leven waar je geen invloed op hebt, zoals het hebben van lastige gevoelens. Het woord actieve staat voor mij voor de manier waarop je aanvaardt. Dat kan op allerlei manieren:
- door je bewust te worden van lastige gevoelens door bij de sensaties en gevoelens in je lichaam stil te staan
- door er ruimte voor te maken,
- ernaartoe te ademen,
- je gevoelens te beschrijven,
- je gevoelens te normaliseren (‘ het is normaal dat je dit voelt, je bent een mens’)
- door compassie in te zetten.
Met compassie ben je bij je gevoel, niet in je gevoel, waarbij je een open, nieuwsgierige, zorgzame, vriendelijke, begripvolle houding gebruikt. Bovendien word je je er dan van bewust, dat er een ik is die dit doet, die los staat van het gevoel an sich. Er is een beschouwer, een observator, die van een afstandje met een welkom hetende, nieuwsgierige, vriendelijke houding stil staat bij de gevoelens die aanwezig zijn in het Zelf.
DE BETEKENIS VAN GEVOELENS
En niet geheel onbelangrijk: Gevoelens zijn er niet voor niets. Ze hebben vaak een boodschap, vertellen iets over je behoeften en wat je belangrijk vindt. Wanneer je bij je gevoelens stil kunt staan, kun je de betekenis ervan gaan ontwarren. Als je angst ervaart heb je bijvoorbeeld behoefte aan veiligheid en moed en sta je voor een uitdaging. Ervaar je boosheid, dan ga je waarschijnlijk over je grenzen of laat je over je grenzen gaan. Ervaar je verdriet, dan word je wellicht herinnerd aan het gemis aan (een gebrek aan) contact met een belangrijke ander. Word je jaloers, dan word je herinnerd aan het verlangen een potentie in jezelf te ontwikkelen (waar de ander verder in is) of word je herinnerd aan de angst iemand te verliezen. Ervaar je schuld, dan gaat het vaak om de verantwoordelijkheid die je hebt naar jezelf en de ander. Schaamte herinnert je eraan dat je mens bent en geen god, je wordt geconfronteerd met je (of andermans) beperkingen die je het liefst zou willen verbergen.
DE KRACHT VAN TAAL BIJ VOELEN
Dat brengt me op mijn laatste punt. En dat is de kracht van taal, want ideeen zijn nooit zomaar ideen. Wat we geloven is wat we worden. Wat we zoeken is wat we vinden. Wat we voorspellen is wat gebeurt. Selfulfilling prophecy wordt dat in de sociologie genoemd. Nu gebruiken we in de taal mbt het ervaren van gevoelens voornamelijk het woord zijn. We zijn boos, verdrietig, angstig, jaloers, schuldig, vol schaamte, blij. We zijn daarmee onze gevoelens, we vallen er mee samen, we vereen-zelvigen ons ermee (de empathische benadering). Wat als we zeggen dat we gevoelens hebben? Het schept een zekere afstand, het veronderstelt dat we in wezen iets anders zijn. Dat we meer zijn dan onze gevoelens. Met dit idee, met deze taal, worden lastige gevoelens misschien wel minder bedreigend.
TOT SLOT
Gevoelens komen en gaan, die heb je van tijd tot tijd en kun je verwelkomen zonder ermee samen te vallen (compassievolle benadering). Deze houding zorgt er tevens voor dat je de betekenis die ten grondslag ligt aan de gevoelens kunt ontwarren en als raadgever kunt laten dienen voor de acties die je in de (nabije) toekomst onderneemt. Daarom tot slot dit prachtige wijze gedicht van de Perzische dichter Rumi (1207-1273).
DE HERBERG
Ons mens-zijn is een soort herberg
Elke ochtend opnieuw weer bezoek
En vreugde, een tristesse, een benauwdheid,
een flits van inzicht
Ze komen als een onverwachte gast
Verwelkom ze,
Ontvang ze allemaal gastvrij
Zelfs als er een menigte verdriet binnenstormt
die met geweld je hele huisraad kort en klein slaat
Behandel elke gast met eerbied
Misschien komt hij de boel ontruimen
Om plaats te maken voor iets nieuws
De donkere gedachte, de schaamte, het venijn
Ontmoet ze bij de voordeur met een brede grijns
En vraag ze om er bij te komen zitten
Wees blij met iedereen die langs komt
De hemel heeft ze stuk voor stuk gestuurd
Om jou als raadgever te dienen.